Er ligt vaak een wereld van verschil tussen wat muzikanten voor zichzelf bestempelen als experimenteel en wat luisteraars zich daar bij voorstellen. Van zodra we het woord ergens opvangen in verband met een nieuwe plaat, hopen we al snel op de meest wilde geluiden die tot dan toe nooit onze oren bereikt hadden. Het gebeurt vaker dan ons lief is dat we teleurgesteld moeten afdruipen. De vier pagina’s lange begeleidende brief bij ‘Total Strife Forever’ van de hand van William Doyle vat die storing tussen zender en ontvanger helemaal. Met het project East India Youth brak hij initieel met de sound van zijn indiepopband om zich aan Brian Eno, Arvo Pärt en Philip Glass te wijden. Daarna vermengde hij de twee stijlen en maakte dit debuut, een in ieder geval voor de man zelf nooit eerder gezien experiment.
De elektronische werkstukken vormden aanvankelijk echte obstakels. Na een eerste luisterbeurt wil je onmiddellijk terug naar de openbarende melodieën van ‘Dripping Down’ of ‘Heaven, How Long’. Met zijn echte songs landt East India Youth ergens tussen een lichtvoetige Depeche Mode en een Yeasayer met de voeten stevig op de grond. Het zijn het soort liedjes die enkel uit de vingers stromen van een muzikant die nog naïef gelukkig is met een nieuw ingeslagen richting. Op de struikelende pianoballad ‘Song for a Granular Piano’ komt zelfs de geest van Thom Yorke spoken. De over twee nummers verspreide, elf minuten lange intro vol zeeën van arpeggio’s en zwakke drone lijkt dan een onoverkomelijke luisteroefening. Je aanhoort een hoogoplopend gesprek tussen de man en zichzelf zonder te snappen wat het probleem is.
Tot het begint te dagen dat de ordening van het album geen kwestie was van een gevoelsmatig nattevingerwerk. Elke compositie is van cruciaal belang omdat de thema’s gerecycleerd worden in de volgende popsong. Zo krijgt de Messiaense opeenstapeling van orgels in ‘Total Strife Forever II’ een verteerbare wedergeboorte in ‘Looking for Someone’. Opeens word je de reisgezel van East India Youth op zijn artistieke tocht in plaats van een gewone muziekconsument.
Wie bereid is om intensief naar het debuut van East India Youth te luisteren zal beloond worden. Zo niet blijf je over met vier degelijke nummers, toch ook geen magere buit. In Londen inspireerde ‘Total Strife Forever’ alvast een nieuw platenlabel. Twee journalisten van Quietus wilden het album kost wat kost op de markt brengen. En gelijk hebben ze, wij houden ook van iemand die het graag uitlegt en daarna op plaat niet teleurstelt.
East India Youth live aan het werk zien kan binnenkort onder andere in Groningen (18.01, Gallery Sign, info & tickets)
Album verdeeld door Pias