Drie jaar na ‘Old’ is Danny Brown terug – en hoe. Regelmatig werden singles op het internet gezwierd, die stuk voor stuk instant bangers waren. Even leek het erop dat dit album overheerst ging worden door opzwepende hiphop – mede dankzij de rapper z’n explosieve livereputatie – maar gelukkig komt ook de ingetogen kant van Danny Brown aan bod in de albumtracks.
Op opener ‘Downward spiral’ keert de rapper meteen in zichzelf en – spoiler alert – mentaal lijkt het niet zo goed te gaan met hem. Eerder tweette de man al het gevoel te hebben dat het publiek hem liever zou zien als de hiphopversie van Amy Winehouse. Zijn druggebruik is een prominent thema in zijn muziek, en nu komt daar het gevaarbesef bovenop. Al vanaf de eerste minuten is zo de rode draad van het album duidelijk. Het onderwerp komt immers meermaals terug, zoals op ‘Ain’t it funny’, ‘Get hi’, ‘Golddust’ en ‘Lost’. Die laatste song blijkt tevens meteen een hoogtepunt: verwijzingen naar Stanley Kubrick, Steven Spielberg en zijn mentale gezondheid worden rondgestrooid over een atypische Danny Brown-beat, die meer aan de Stones Throw-sound doet denken dan aan eerder werk van de rapper.
Op instrumentaal vlak is er gelukkig genoeg variatie om met de negativiteit van de teksten om te gaan. Wie Warp zegt, denkt meteen aan eclectische beats, en die zijn talrijk aanwezig. Evian Christ buigt de ongeschreven wetten van hiphop naar zijn wil op ‘Pneumonia’. Met minimale geluiden wordt toch een duistere, harde beat gecreëerd, die op maat gesneden is voor de unieke klankkleur van Brown. Vaste producer Paul White nam tien van de vijftien nummers voor zijn rekening, maar borduurt verder op zijn eerdere samenwerkingen. ‘When it rain’ zou bijvoorbeeld niet misstaan hebben op ‘Old’. Het is zo’n track die keihard gaat, zonder dat je eigenlijk goed weet waarom. Net daar schuilt de kracht van de samenwerking tussen White en Brown. De producer heeft maar al te goed door dat de vocals enorm opzwepend werken, en dat een eerder minimalistische beat het geheel niet uit de hand laat lopen.
Uiteraard kan de hype rond het album niet genegeerd worden. Alles wat de rapper aanraakt lijkt in goud te veranderen, hoewel hij de lat voor zichzelf wel erg legde door de high profile-gasten die een plaats kregen op het album. Vooral ‘Really doe’ moest hoge verwachtingen inlossen. Met een sterrencast van Ab-Soul, Kendrick Lamar en Earl Sweatshirt (en de eerste samenwerking van die laatste twee) kon dit echter niet mislukken. Het viertal doet z’n job perfect, en het is moeilijk om een beste verse te kiezen. Als er dan toch een poging moet gedaan worden, verrast Earl Sweatshirt met rhymes op een beat die we niet snel in zijn solowerk zien terugkeren. Kelela maakt met haar alternatieve r&b haar opwachting op ‘From the ground’ en is verantwoordelijk voor een welkom rustmoment.
Op ‘Atrocity exhibition’ gaat Danny Brown mee in een trend binnen de hiphop om zich kwetsbaarder op te stellen. Verhalen over opgroeien tijdens de crackepidemie in Detroit, dealen om te overleven en zelf meer dan genoeg proeven van alle handelswaren zorgden voor een onstabiele mentale toestand en alles wat daarbij hoort. Gelukkig lijkt de rapper dit zelf te beseffen en eindigt het album met een positieve noot. Op ‘Hell for it’ toont Danny Brown zich niet bereid om zomaar ten onder te gaan, en zijn succes en leven op te geven.
Album verdeeld door V2.
Danny Brown speelt 19 november in Trix (info & tickets)
Website Danny Brown