Creatieve koerswijzigingen zijn steevast voer voor discussie. Neem nu Damien Jurado. De inmiddels 45-jarige Amerikaanse singer-songwriter debuteerde eind de jaren ’90 met verstilde americana en folkliedjes, maar voegde later meer elektrisch gitaargeweld (nu ja), samenzang met vrouwen en een rijkere instrumentatie toe. Op de Maraqopa-trilogie experimenteerde de man met ritmes en meer complexe songstructuren. Bob Dylan wist het al: zo’n evolutie heeft voor- en tegenstanders. Al moet gezegd worden dat het in tegenstelling tot de grootmeester altijd ging om evolutie en geen revolutie. Jurado’s muziek was onverminderd knap en zijn heerlijk ontspannende stem maakte iedere plaat tot vintage Jurado. Tegenstanders zagen daarentegen telkens weer het gebrek aan weerhaken.
Met zijn nieuwste boorling ‘The horizon just laughed’ stapt de bard uit Seattle terug af van het vollere geluid van zijn vorige albums en houdt hij de liedjes bewust klein. Daardoor riskeert hij opnieuw kritiek te krijgen op een gebrek aan bezieling of het kabbelende karakter van de nummers. Op zich is het nochtans simpel: wie houdt van de folktraditie van Elliott Smith of de meest ingetogen Bonnie Prince Billy kan dit plaatje blindelings in huis halen. Wie meteen hyperventileert bij de gedachte aan gitaar spelende mannen aan het kampvuur moet het zichzelf niet aandoen ook maar één minuut te beluisteren. En voor de fans: ‘The horizon just laughed’ sluit meer aan bij ‘Where shall you take me’ uit 2003 dan bij ‘Maraqopa’ uit 2012.
Veel rustgevender dan opener ‘Allocate’ wordt het niet. Achter een slepend orgel en verdoken strijkers etaleert Jurado zijn typerende, relaxte stemgeluid. In de drie liedjes daarachter doet hij datzelfde achter een akoestische gitaar en spaarzame drums. Opvallend genoeg klinken vooral ‘Dear Thomas Wolfe’ en ‘Percy Faith’ erg zomers. Wie het liever wat trager en donkerder heeft, komt beter aan zijn trekken in ‘Over rainbows and rainier’, waarin geïllustreerd wordt dat wereldschokkend zijn geen voorwaarde is voor meeslepend zijn. Melancholie wordt definitief boven de hangmat verkozen op het prachtige ‘The last great Washington State’, dat met zijn tijdsduur van zes minuten niet enkel ruimschoots het langste maar ook het beste nummer van de plaat is.
We zijn op dat moment vijf nummers ver, en al een stuk over de helft van de tijdsduur van de hele plaat, die met zijn goed 37 minuten sowieso redelijk compact is gehouden. De laatste nummers overschrijden nauwelijks de grens van de drie minuten en hebben toch enigszins moeite het hoofd boven het maaiveld uit te steken, al laten ‘Florence-Jean’ en afsluiter ‘Random fearless’ met hun wat hoger tempo en sobere elektrische gitaar wel nog een glimlach op ons gelaat verschijnen.
We kunnen het niet ontkennen: na 37 minuten behoren we tot het kamp dat stilaan nood heeft aan wat bombast, wat vette beats, wat scheurende gitaren. We bedoelen het heus niet slecht, maar ‘The horizon just laughed’ zullen we vooral gebruiken zonder zorgen de slaap te vatten. Soms is dat ook een goede zaak.
Damien Jurado speelt op 7 november in de Roma in Borgerhout (tickets).