Het is opvallend te noemen dat vrijwel iedere referentie aan zanger/gitarist Albert Hammond, Jr. ‘iets’ met The Strokes van doen heeft en niet met zijn eigenlijk veel succesvollere vader. Want waar junior in zijn broodheerband een relatief bescheiden rol speelt als tweede gitarist, heeft hij solo met ‘Momentary masters’ alweer zijn derde langspeler afgeleverd. Ook dit album is tot de nok toe gevuld met kleine doch grootse popliedjes van het soort waarmee senior sinds de sixties al meer dan 360 miljoen platen heeft weten te slijten.
De aftrap komt van ‘Born slippy’ dat geen cover is van de Underworld-hit uit 1996, doch een vrolijk nummer met een melodie die zich direct nestelt in het ‘hmm lekker zeg’-laatje van het grijze bovenkamerarchief. Op ‘Power hungry’ spelen de basgitaar, pompende ritmes en veel variatie in de vocalen een prominente rol, iets dat wel vaker met positief effect te horen is op dit album. Al met al best aardig, maar niets bijzonder. ‘Caught by my shadow’ is een stuk beter en lijkt door z’n intro zo van een Arctic Monkeys-album getrokken te zijn: gruizige zang en stuwende ritmes à la Interpol, en een bijna metal-achtig gitaarwerk.
Op ‘Coming to getcha’ gaat het tempo ietsje omlaag en laat Hammond, Jr. met zijn beheerste vocals horen dat hij, ongeacht zijn status binnen The Strokes, bepaald geen tweederangs zanger is. Het prijsbeest van de plaat is ‘Losing touch’, een perfect geüpdatete versie van de betere new wave pop rock circa 1984 zoals (met name en vooral) ‘You might think’ van The Cars. Het prototype van een instant radiofavorietje. ‘Don’t think twice, it’s alright’ is een cover van een Bob Dylan-nummer uit 1962 en klinkt door de moderne instrumentatie, up-tempo beats en het stemgeluid een stuk prettiger dan het zeikerige origineel.
‘Razors edge’ doet door het synth loopje denken aan de tune van een Duitse tv-serie uit de jaren tachtig maar mist naast de, vrij letterlijk, stampende beats, licht vervormde vocals en inventief gitaarwerk een memorabel refrein waardoor het niet blijft hangen. Het album eindigt op zijn hoogtepunt met een drietal lekkere poprock songs in het verlengde van bands als Placebo, The Killers (‘Drunched in crumbs’) en, uiteraard, The Strokes (‘Side boob’).
Qua performance zit Albert Hammond, Jr. wellicht (nog) niet op hetzelfde niveau als zijn Strokes-kompaan Julian Casablancas, wel toont hij met ‘Momentary Masters’ voor de derde maal op rij aan een begaafd schrijver, zanger en gitarist te zijn. Het feit dat de meeste nummers wel een flink “hey, dit klinkt wel heel erg als …” gehalte hebben voorkomt een hogere beoordeling voor het album.
Album verdeeld door V2