Het Deense Lowly liet zich drie jaar geleden voor het eerst gelden binnen de noisepop-wereld. Wanneer opener ‘Still life’ zachtjes op gang komt, merk je al snel dat ze zich in de tussentijd verdiept hebben in de wondere wereld synthesizers en ander elektronische effecten. Op instrumentaal vlak tonen ze hier meteen wat ze in huis hebben.
Hier en daar botsen we op nostalgie die doet terugdenken aan de eerste wapenfeiten van de groep, namelijk singles ‘Daydreamers’ en ‘Fire’. Net zoals toen vallen tijdens ‘Deer eyes’, ‘Look at the sun’ en ‘Mornings’ de vastberaden drums en heldere stem van zangeres Soffie Viemose op. ‘Cait #2’ last even een pauze in en toont de kenmerkende Scandinavische soberheid. Dat zou een verwijt kunnen zijn, maar Lowly weet de schoonheid uit te puren tot zalf voor een gebroken hart.
De rust wordt al snel doorbroken met het energieke ‘Prepare the lake’, waarvoor ook het daaropvolgende ‘Stubborn day’ niet moet onderdoen. Gestaag klimmen de instrumenten naar een hoogtepunt met rock & roll alures. Ook ‘No hands’ omarmt de chaos, waarna ‘Word’ en ‘Not so great after all’ de balans herstellen.
Lowly levert een netjes afgewerkt debuut af, hoewel ze zichzelf iets te weinig uitdagen om echt spannend te zijn. Hun uitgekiende formule kan zeker een groot publiek bereiken, al missen wij op ‘Heba’ hier en daar wat geëxperimenteer. Hier en daar vangen we echter een glimp op van wat het vijftal achter de hand houdt, en dat doet ons uitkijken naar hun toekomstige creaties.